Parkoersbouwer Koen over zijn crosscreaties op de Nedereindse Berg

Zou er ooit een nattere crosscompetitie bij Het Stadion geweest zijn dan de 83e editie in 2019? Dat is nauwelijks denkbaar. En toch was de belangstelling groter dan ooit. Uit de hele regio zijn elke week meerdere tientallen enthousiastelingen naar de Nedereindse Berg gekomen. Om met elkaar hun kracht en techniek te meten. En elke keer troffen zij bij de verkenning een ander rondje aan dat, ondanks alle nattigheid, voor iedereen begaanbaar was. Die crossrondjes zijn de verdienste van parkoersbouwer Koen Timmermans, die hier een roodgele pluim voor verdient. Hoe doet Koen dat eigenlijk – elke week iets nieuws creëren? Cadans zocht Koen in zijn warme en droge woning op en vroeg het hem op de man af.

‘Mijn zoektocht op de Berg begint al in juni, nadat het gras helemaal is gemaaid’, steekt Koen van wal. ‘Ik bekijk dan waar de lijnen en hoogteverschillen liggen. In mijn achterhoofd zitten dan nog alle stukken die we in het vorige seizoen hebben gedaan. Omdat alles er kaal bij ligt zie ik nieuwe mogelijkheden en die test ik meteen uit. Wat veilig is voeg ik toe aan mijn repertoire.’

De essentie

Koen heeft een doordachte visie op wat volgens hem het wezen van veldrijden is. ‘Een cross moet een voortdurende afwisseling zijn van inspanning en herstel. Na een zware of moeilijke passage volgt een makkelijker stuk van 50 tot 100 meter om even op adem te komen, zodat het volgende obstakel haalbaar is. Dat wisselende ritme in het parkoers heb je nodig om het fysiek vol te kunnen houden tot de finish.’ In deze visie van Koen passen geen eindeloze vlakke stukken of, omgekeerd, een permanente opeenstapeling van obstakels.

Blauwe en roze lijnen

Hij pakt een groot notitieblok en slaat dat open. ‘Kijk, dit is mijn basisplattegrond van de Nedereindse Berg. Je ziet alle goede sporen in blauw gemarkeerd; die kan ik elk seizoen weer gebruiken, zoals de vertrouwde asfaltstrook op het ovaal en de grote ronde boven op het bergplateau. De roze lijnen op de plattegrond zijn nieuwe passages die veilig zijn.’ Alle strepen op dit grote papier zitten ook in Koens hersens gegrift: ‘Ik kan de berg dromen’, zegt hij. Tijdens het crossseizoen droomt hij er soms letterlijk over. ‘Na een wedstrijdje spoken ’s nachts wel eens situaties door mijn hoofd waarover ik ontevreden ben. Of waarvan ik juist denk: dát stukje moet er volgende keer in. Om het gepieker te stoppen sta ik dan op en teken het uit tot een nieuw rondje. Daarna val ik heerlijk in slaap.’

Wirwar van paaltjes

Terug naar de zomerperiode. Het is begin september en Koen heeft zijn oude blauwe en nieuwe roze sporen op papier staan. Nu moet dat enorme raster van lijnen met honderden paaltjes uitgezet worden op de berg. Een forse klus, waarvoor hij altijd met succes een beroep doet op enkele enthousiastelingen. Zo worden alle fragmentjes van het parkoers gemarkeerd. Waar ze elkaar kruisen vormen de paaltjes poortjes, die met een lint simpel geopend of gesloten kunnen worden – “schakelaars” noemt Koen die handige kruispunten. Deze ogenschijnlijke kluwen van lijntjes is Koens sleutel om makkelijk tot aanpassingen te komen. Bijvoorbeeld als er plots diepe plassen liggen, gladde wortels de kop opsteken of de wind extreem te keer gaat.

Alle crossparkoersen van dit seizoen achter elkaar. Er is geen centimeter van de Nedereindse Berg onbenut.

Rust voor het parkoers

Het supernatte najaar van 2019 en de grote hoeveelheden renners hebben letterlijk diepe sporen achtergelaten op de berg. Voor Koen was dat reden om her en der paaltjes naar achteren te zetten, zodat er nieuwe grasstroken beschikbaar kwamen. Ook heeft hij in de loop van het seizoen de natste stroken enkele weken rust gegeven, zodat ze enigszins konden herstellen. ‘Deze berg heeft veel mogelijkheden, maar ook beperkingen. Sommige stroken lopen gauw vol water. Het begaanbare oppervlak is dun en telt maar een beperkt aantal vierkante meters. De onderste asfaltstrook moet altijd schoon blijven voor de wielrenners. Van grote hoogteverschillen maak ik bewust niet te veel gebruik, omdat het dan voor de meeste renners te zwaar en te gevaarlijk wordt. Veldrijden is een technische sport, maar er zijn grenzen.’

Voorkennis via Strava

‘Elke donderdag zet ik ter plekke het verse rondje uit voor zaterdag. Wie mij op Strava volgt kan zien hoe het loopt. Ik weet dat er vrijdags altijd enkele mensen van die voorkennis gebruik maken en gaan trainen.’ Ook maakt Koen wekelijks een digitale plattegrond van het aanstaande parkoers. Die stuurt hij naar Chris McKenny en Pleun Willemstein, met wie hij zaterdagochtend vroeg de linten bij de “schakelaars” goed hangt en de laatste controle doet. En dan wacht het rondje op de renners om bereden te worden. ‘Ik creëer iedere week een ander rondje. Onder het motto: elke meter is voor iedereen te doen, maar het hangt van jou zelf af hoe snel je dat doet.’

Animatie: vriendin van Koen
Foto: Lodewijk
Tekst: Rogier Wiercx